Trillingsonderzoek – Gebouwschade (SBR-A) 

U ervaart trilling in de woning en maakt u zorgen over de bouwkundige toestand van uw woning. Of u krijgt als gemeente een melding van schade door verkeerstrillingen en u wordt als wegbeheerder daarop aangesproken. In dat geval kan Zie Expertise een trillingsonderzoek uitvoeren, conform de SBR-A – Schade aan gebouwen, om feitelijk vast te kunnen stellen of de woning inderdaad bouwkundige schade kan ondervinden door deze verkeerstrillingen. 

Tijdens een dergelijke onderzoek wordt of worden er aan de buitenzijde van de woning één of meerdere trillingsmeters geplaatst. Na het meten van een representatieve periode worden de resultaten getoetst aan de SBR Richtlijnen 2017. In een helder en eenduidig rapport worden de feiten gerapporteerd waarbij een schade expert een beoordeling geeft over de in de woning aanwezige bouwkundige gebreken.

Wij hebben veel ervaring met het uitvoeren van trillingsonderzoeken in woningen, bijvoorbeeld door vrachtverkeer in combinatie met verkeersdrempels of slecht onderhouden wegdekken of wegkanten, bij treinverkeer of bij heiwerkzaamheden.

Trillingsonderzoek – Hinder (SBR-B) 

U ervaart hinder in uw woning door trillingen van buitenaf. Dit kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld bouwwerkzaamheden, passerend (trein)verkeer of verkeersdrempels. Zie Expertise kan voor u een trillingsonderzoek uitvoeren, conform de SBR-B – Hinder personen in gebouwen. 

Tijdens een dergelijke onderzoek zullen wij één of meerdere trillingsmeters plaatsen in de woning, in de verblijfsruimten waar u het meeste hinder ondervindt. Vervolgens zullen wij de meetgegevens toetsen aan de geldende richtlijn.

 

SBR Richtlijnen 2017

De SBR Richtlijnen 2017 is in Nederland de belangrijkste en meest geaccepteerde richtlijn voor het meten en beoordelen van trillingen.  Deze richtlijn bestaat uit drie delen:

  • Deel A, Schade aan gebouwen
  • Deel B, Hinder voor personen in gebouwen
  • Deel C, Storing aan apparatuur

Deze richtlijn sluit grotendeels aan bij internationale richtlijnen (Duitse norm DIN 4150, ISO 2631/2). Er wordt in deze richtlijn veel aandacht besteed aan het meten van trillingen. Over het algemeen wordt dan ook verwezen naar deze richtlijn wanneer een trillingsonderzoek is voorgeschreven en uitgevoerd. Naast aandacht voor de meting van trilling bevat de richtlijn ook een beoordelingssystematiek.

De richtlijnen hebben alleen betrekking op trillingen die van buiten het te beoordelen gebouw komen. Dat houdt in dat het gaat om trillingen die via de ondergrond en de funderingen het gebouw bereiken. Dat is ook het beoordelingscriterium voor deel A (schade aan gebouwen). Bij deel B (hinder voor personen in gebouwen) worden de trillingen gemeten op vloeren, omdat daar de hinder optreedt.